Voor de derde maal op rij gaven op
zondagochtend 23 februari 2014 dichters en met hen een groot aantal
poëzieminnaars present in het Hobokense districtshuis Kasteel Sorghvliet, dat
prachtige rococo “hof van playsantie”
van de hand van bouwmeester Jan Peter van Baurscheit de Jonge. De weergoden verkeerden duidelijk in een veel
betere bui dan de vorige jaren - de lentezon wierp een vroege schaduw vooruit -
kortom een perfecte setting voor de inauguratie van het derde luik van het foto-poëzieproject
van dichter-troubadour Frank De Vos en fotograaf Hartmut de Martelaere.
De deelnemende dichters en de vele sympathisanten werden bij wijze van
opwarming door de districtsraad Hoboken gastvrij onthaald op het traditioneel geworden
dichtersontbijt. Het bracht de aanwezigen op de juiste smaak en zette daarbij
zoals vorige jaren de toon voor het tweede gedeelte van de ochtend, waarbij de
dichters hun gedicht uit de schaduw vandaan lazen, telkens ingespeeld door de
onovertroffen accordeonvirtuoos Bart Wils.
In het bijzijn van de vorige en de huidige
districtsschepen van cultuur werd het project ingeleid door MC Frank De Vos, waarna
de respectieve dichters aan het woord kwamen (in alfabetische volgorde): Vera Alexander
Beerten, Bert Bevers, Guy Commerman, Marleen de Crée, Frank
De Vos, Lebuin D’Haese, Maarten Embrechts, Richard
Foqué, Albert Hagenaars, Peter Holvoet-Hansen, Hans
Mellendijk, Roger Nupie, Annmarie Sauer, Walter Simons,
Ann Van Dessel, Cecile Van Houtte, Roel Richelieu van Londerzele. Alleen Bart Stouten diende helaas forfait te geven
wegens zijn verplichtingen bij radio Klara.
Frank de Vos sluit hiermee zijn over drie jaar gespreid project af. Het startte in 2012 met “Nog een geeuw op steen”, vervolgde in 2013 met “Cicatrizado” om dit jaar af te sluiten met het thema “Schaduw”. Telkens werden 18 dichters uitgenodigd om een gedicht te schrijven geïnspireerd door een thematische foto van Hartmut de Martelaere. Het resultaat is eens te meer een schitterende tentoonstelling.
Tableau de la troupe na de
voorstelling van Schaduw, voor
Kasteel Sorghvliedt te Hoboken. Achterste rij van links naar rechts Walter
Simons, Hartmut De Maertelaere, Albert Hagenaars, Lebuin D’Haese, Roel
Richelieu Van Londersele, anonymus, Peter Holvoet-Hanssen, Richard Foqué, Guy
Commerman en Maarten Embrechts. Middelste rij van links naar rechts Frank De
Vos, Cecile Vanhoutte, Ann Van Dessel, Marleen De Crée, Bert Bevers, Hans
Mellendijk en Vera Alexander Beerten. Vooraan Annmarie Sauer en Roger Nupie. (foto
Geertje Hoefnagels)
Om meerdere redenen is dit driejaarlijks
project een bijzonder interessant experiment geweest. Uiteraard omwille van het
interdisciplinaire karakter ervan, waarbij de fotograaf en de dichter, zich
thematisch confronterend, met elkaar in dialoog gaan. Maar meer nog door de
specifieke aard van de gehanteerde media en de evolutie over de drie jaar van
de themata.
De keuze van Frank de Vos en meesterfotograaf
Hartmut de Martelaere evolueerde van concreet naar abstract. “Met nog een geeuw
op steen” waren het oude reclamepanelen, die nog hier en daar de gevels “sieren”,
die uitgangspunt vormden. Heel duidelijk aanwezige visuele beelden, die door de
fotograaf haast afstandelijk, objectief contextueel werden vastgelegd. Met
“Cicatrizado” verschoof dat gezichtspunt. Het waren nog steeds herkenbare
beelden van “gelittekende” bomen, maar de fotografische interpretatie ervan
voegde reeds een extra dimensie toe. De bewuste weglating van omgeving en
context, de verzelfstandiging van het beeld en daardoor de verheffing van het gegeven
tot een meer universele symboliek, maar desondanks gezien door het subjectieve
oog van de fotograaf, gaven meer dan in het eerste thema een meervoudige
boodschap aan dichter en toeschouwer. Met “Schaduw”, het afsluitende luik,
wordt deze lijn consequent doorgetrokken. Schaduwen kunnen alleen maar bestaan
bij gratie van licht en is licht niet de materia prima van de fotograaf?
Schaduwen zijn per se metamorfoserend, ontstijgen de tijd in het
ogenblikkelijke en voeden verbeelding en illusie. Maar het vluchtige, efemere
en voorbijgaande van een schaduw wordt hier door de camera als het ware betrapt
en gegijzeld. Het momentane wordt door de fotograaf tijdloos gemaakt in al zijn
dubbelzinnige gelaagdheid. Hij legt vast wat hij ziet maar wat er niet is.
Schaduw als de versmelting van licht en
materie tot “verbeelding”: een abstract hersenspinsel dat door de magie van de
fotografie zichtbaar wordt gemaakt, is dat uiteindelijk ook niet de ultieme
bedoeling van poëzie en de betovering, die er van uitgaat. De hertaling van
gevoel en waarneming, de transformatie van het concrete naar het abstracte. De
werkelijkheid deconstrueren om ze vervolgens terug op te bouwen met in essentie
abstracte taalstructuren. De dichter transformeert wat er is tot hoe hij/zij
het beleeft. Dat is precies wat dit driejarig project en de bijhorende
tentoonstellingen duidelijk heeft willen maken.
Twee diverse kunstuitingen, die de
werkelijkheid zoals we denken die te kennen en waar te nemen, transformeren en
zo nieuwe inzichten in en perspectieven op die werkelijkheid ontvouwen.
Schaduwen worden afgeworpen terwijl het poëtisch licht nieuwe schaduwen
vooruitwerpt.
Het is de verdienste van Frank de Vos om dat
heel bedachtzaam te hebben uitgewerkt in drie luiken en zo samen met fotograaf
Hartmut de Martelaere en de meewerkende dichters de toeschouwer elk jaar een beetje
meer mee te zuigen in dat fascinerend proces van transformerende
werkelijkheden, waar het concrete verschuift naar het abstracte en het
objectieve plaats ruimt voor het subjectieve. De confrontatie met deze paradox
is zondermeer verrijkend en doet nadenken over de realiteit zoals we die zien
en beleven.
In het licht van deze bedenkingen zou het
trouwens ongetwijfeld een goede zaak zijn om de drie projecten te bundelen tot
één gezamenlijke uitgave en zo het totale project synthetisch vast te leggen en
te duiden.
“Schaduw” is hoe dan ook een meer dan waardige
afsluiting van een boeiend driejarig proces, van een symbiotische dialoog
tussen foto en gedicht. Het smaakt naar meer.
De achttien foto’s samen met de achttien
gedichten werden door het District Hoboken
gebundeld en gedrukt op een oplage van 300 exemplaren. De bundel wordt niet
verkocht maar gratis ter beschikking gesteld bij het bezoek aan de
tentoonstelling als een blijvend aandenken.
De tentoonstelling zelf is nog te bezoeken tot
en met 23 maart telkens op zaterdag en zondag van 14h00 tot 17h00 en is zonder
meer zeer aan te bevelen.